In de ‘achterhaalde’ fossiele industrie deelt oliereus BP cadeautjes uit

Beleggers in het fossiele energiebedrijf BP vierden dinsdag een feestje. De kersverse topman Murray Auchincloss, die onlangs het stokje overnam van Bernard Looney (die weg moest omdat hij meerdere relaties met ondergeschikten had verzwegen) kwam ’s ochtends met klinkende jaarcijfers. En vervolgens deelde hij een paar mooie cadeautjes aan beleggers uit. Het dividend gaat fiks (10 procent) omhoog. En zijn bedrijf gaat komend jaar opnieuw voor miljarden dollars aandelen inkopen. Nog meer zelfs dan vorig jaar.

De laatste maatregel stemt beleggers doorgaans even gunstig als dividendverhogingen. Omdat de aandelen van de beurs ‘afgehaald’ worden, blijven er uiteindelijk minder over om toekomstige dividenden over te verdelen. En dus krijgen beleggers bij een volgende dividendronde in principe meer (afhankelijk uiteraard van hoe de winst uitpakt).

Op de beurs in Londen schoot het aandeel van het Britse concern de lucht in. Aan het eind van de dag stond de koers 5,5 procent hoger. Dat was het hoogste niveau in twee maanden tijd. Niet slecht voor een eerste publieke optreden, zal Auchincloss wellicht denken.


Lees ook
‘Die slome oliebedrijven, dat zijn wij consumenten zelf’

Voor veel oliebedrijven blijft winst maken de focus. Kan de consument daar iets aan veranderen?

Het beeld bij de andere grote, westerse oliebedrijven was de afgelopen dagen niet veel anders. Het eveneens Britse Shell en de Amerikaanse oliereuzen Exxon en Chevron publiceerden vorige week ook hun jaarcijfers. Ook zij boekten, met dank aan de nog altijd hoge energieprijzen, in 2023 historisch hoge winsten. Al waren die niet zo hoog als tijdens het recordjaar 2022, toen de prijzen als gevolg van de energiecrisis door het dak gingen.

BP, Exxon, Chevron en Shell keerden samen bijna 100 miljard uit in 2023

En ook daar regende het dividendverhogingen en werden de ambities voor de inkoop van eigen aandelen wederom opgeschroefd. De beurskoersen van deze bedrijven stegen na publicatie van de jaarcijfers eveneens aanzienlijk. Het Franse TotalEnergie sluit morgen het cijferseizoen van de westerse ‘oil majors’ af. Maar verwacht daar eenzelfde beeld.

Voor een industrie die door sommigen al dood is verklaard, omdat voor ‘fossiele energie’ geen plaats meer zou zijn nu de aarde gevaarlijk opwarmt, lijkt er voorlopig dus nog ruimschoots geld verdiend te kunnen worden. Gezamenlijk keerden Exxon, Chevron, Shell en BP vorig jaar bijna 100 miljard dollar uit aan hun aandeelhouders – dit ondanks dat de olieprijzen fors waren gedaald ten opzichte van de recordniveaus van het jaar ervoor.

Het zijn bedragen die niet meer zijn gezien sinds de vorige hoogtijdagen van de industrie, in de jaren tachtig en negentig. Exxon en Chevron behoren momenteel zelfs tot de top tien van beste ‘uitbetalers’ van de bedrijven die zijn opgenomen in de Amerikaanse beursindex S&P500, aldus cijfers van persbureau Bloomberg. En komend jaar liggen er dus mogelijk nog hogere dividenduitkeringen in het verschiet, als je de oliebedrijven mag geloven.

Bewuste strategie

Wat is hier aan de hand? En wat zegt het? Het is in ieder geval een uitkomst van een bewuste strategie van de oliebedrijven, aldus kenners van de sector. De afgelopen jaren hebben vrijwel alle grote westerse oliebedrijven zichzelf omgevormd tot een soort lean mean cash machines, zegt bijvoorbeeld onafhankelijk olie-analist Cyril Widdershoven: bedrijven die als voornaamste doel hebben om het maximale rendement uit hun activiteiten te persen, en de aandeelhouder vervolgens zo royaal mogelijk te belonen. „Er wordt scherp op de kosten gelet en terughoudend geïnvesteerd. Niet alleen in fossiele energie, maar met name in hernieuwbare energie – omdat daar de rendementen vaak nog slechter zijn.” De oliebedrijven zeggen het zelf in feite ook, alleen gebruiken zij er dan weer vriendelijkere termen voor. BP zegt bijvoorbeeld dat het een „bedrijf met hogere waarde” wil worden.

Widdershoven begrijpt wel waarom ze dat doen, zegt hij: oliebedrijven zijn kapitaalintensieve ondernemingen, het zoeken naar olie op de meest onherbergzame plekken ter wereld is om te beginnen zeer kostbaar. En ze kunnen dus niet zonder de gunst – en de miljarden – van beleggers. „Maar de concurrentie om die belegger is inmiddels gigantisch in de westerse financiële wereld.” Een aanzienlijke groep beleggers steekt zijn geld tegenwoordig liever in bijvoorbeeld techbedrijven, zoals Apple, Google, Meta en Amazon, omdat daar nog meer geld verdiend wordt. Dat zie je terug in onder andere de koers-winstverhoudingen. Die zijn bij Meta bijvoorbeeld twee keer zo hoog als bij Exxon. „Ze willen de belegger dus paaien.”

Maar verstandig vindt hij het dan weer niet. In feite komt die strategie volgens hem namelijk neer op een uitheffingsverkoop in slow motion. „Oliebedrijven die alleen maar hun eigen aandelen inkopen met het geld dat ze verdienen, hollen uiteindelijk structureel hun vermogen om olie op te pompen uit. Ze kunnen dat geld beter, of in ieder geval meer ervan, investeren in het zoeken en ontwikkelen van nieuwe olie- en gasvelden.” Volgens hem is de wereld daar juist namelijk echt bij gebaat, al liggen dat soort opvattingen in het naar eigen zeggen ‘klimaatbewuste’ Westen steeds gevoeliger. Volgens Widdershoven zal de vraag naar olie de komende jaren juist nog aanzienlijk toenemen, vooral in armere landen.

Hoofdverantwoordelijk

Critici van de fossiele industrie zullen zo’n opheffingsuitverkoop juist vast weer prima vinden. In hun ogen is de sector hoofdverantwoordelijk voor de opwarming van de aarde en kan die maar beter zo snel mogelijk opdoeken. Maar dat houdt dan ook in dat van de oliebedrijven niet per se veel verwacht hoeft te worden als het gaat om de omschakeling naar een duurzamere energievoorziening. Nu al zijn die investeringen slechts een fractie van de investeringen in fossiele energiebronnen bij de bedrijven. Maar met hun enorme financiële middelen en expertise zouden ze in theorie een belangrijkere rol kunnen spelen.

De oliebedrijven zelf denken dat ook, in elk geval naar buiten toe. In hun ogen positioneren zij zich juist heel strategisch voor zowel de kortere termijn, waarin de wereld ook volgens hen nog niet zonder fossiele energie zou kunnen, als voor de langere termijn, waarin schonere energie ook in hun ogen dominanter gaat worden. De nieuwe BP-baas, Murray Auchincloss, zei dinsdag bij de presentatie van de cijfers verder dat hij onverkort wil vasthouden aan de eerder door zijn bedrijf uitgesproken ‘groene’ visie. BP geldt nu als de groenste van alle fossiele energiebedrijven omdat het de scherpste verduurzamingsdoelen heeft (ook al heeft het die vorig jaar, onder druk van aandeelhouders die meer rendement wilden, al afgezwakt).

Auchincloss zei daarbij ook bereid te zijn om de confrontatie aan te gaan met zijn meest kritische van zijn aandeelhouders: de activistische Britse belegger Bluebell Capital Partners. Die had Auchincloss vorige week nog in een brief opgeroepen om zijn groene doelstellingen nog verder af te zwakken, zodat er nog wat meer dividend kon worden uitgekeerd.


Lees ook
ExxonMobil maakt van Guyana het perfecte oliewingewest, maar heeft wel haast

Het nieuwe kantoor van oliegigant ExxonMobil in Georgetown torent hoog boven de oude huizen van de stad.